WUR met pluimveesectoren naar uniforme LCA-standaard kip en ei
11 juni 2025 – In samenwerking met Anevei en NEPLUVI gaat Wageningen University & Research (WUR) wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen uitwerken voor het bepalen van de carbon footprint van eieren en pluimveevlees. Dat is nodig, want door een ‘wildgroei’ aan LCA’s is een vergelijking van duurzaamheidsclaims in de markt onmogelijk.
Voor het bepalen van de footprint worden zogeheten Life cycle analysis (LCA’s) gebruikt. In principe kunnen marktpartijen of adviesbureaus zelf dergelijke rekenmethodes opzetten. In de praktijk komen dan ook verschillende varianten naast elkaar voor. Het nadeel daarvan is dat duurzaamheidsclaims niet goed met elkaar te vergelijken zijn. Ook zijn de methoden niet altijd transparant. Op dit moment is er sprake van een ‘wildgroei’ aan LCA’s, zeggen Clara Hagen (Anevei) en Anne Egelmeers (NEPLUVI). “Iedereen maakt daarbij andere keuzes, logischerwijs in eigen voordeel, waardoor de uitkomsten niet te vergelijken zijn. Daardoor ga je in de markt appels met peren vergelijken en dat is wat we beslist niet willen”, zegt Hagen. “Voor eieren is bijvoorbeeld de vraag welk deel van de carbon footprint wordt toegerekend aan mest en de uitgelegde hennen die naar de slachterij gaan, en welk aandeel rechtstreeks aan het ei. Dat zijn keuzes die veel effect op de uitkomst.”
Europese standaarden
Productieketens die internationaal actief zijn hebben behoefte aan goed onderbouwde, uniforme en internationaal erkende LCA’s, stelt Egelmeers. Het project ‘Guideline for carbon footprint calculations of egg and broiler products’ heeft als doel het uitwerken van rekenregels op basis van Europese standaarden Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR). Het wordt uitgevoerd door WUR, onder leiding van onderzoeker Pim Mostert. De verenigingen NEPLUVI (pluimveevleesindustrie), Anevei (eierhandel en -industrie) en COBK (broedeieren en kuikens) zijn de opdrachtgevers. Het project is 13 mei van start gegaan met een kick off-bijeenkomst.
Met dit project is de Nederlandse eier- en pluimveevleessector een van de koplopers in Europa. Anne Egelmeers: “We hebben dit bij onze Europese koepelorganisatie onder de aandacht gebracht, maar een Europese uitvoering blijkt heel lastig omdat het kostbare projecten zijn en je commitment vanuit de verschillende lidstaten moet hebben.”
Clara Hagen: “In ons project zorgt WUR voor een gedegen wetenschappelijke onderbouwing. We willen daarmee de basis leggen voor een Europese standaard, zodat we straks Europees-breed gewoon één rekenmethode hebben. We zijn dan ook heel blij dat het ministerie van LVVN dit project faciliteert met financiering.”
Regiegroep PEFCR
Het Marktprogramma VDP is actief betrokken via de Regiegroep PEFCR Dierlijke Producten. De partners van het marktprogramma vinden het essentieel dat er goede LCA-standaarden worden ontwikkeld in Nederland, die wetenschappelijk onderbouwd, internationaal erkend en transparant zijn.
Daarnaast zet het marktprogramma zich – via de Werkgroep VDP Internationaal – in voor een geharmoniseerde ontwikkeling rond verduurzaming in de Europese interne markt, waaronder een groter draagvlak voor PEFCR’s in andere Europese landen.